Ontwikkelpaden voor klimaatrobuuste beken


In de Lumbricus pijler Boeiende Beekdalen wordt onderzocht op welke verschillende manieren klimaatrobuuste en meer natuurlijke beken in 2050 kunnen worden ontwikkeld. Dit worden ‘ontwikkelpaden’ genoemd. Het lijkt nog ver weg maar 2050 is er sneller dan je denkt, en de besluiten die nu genomen worden hebben gevolgen voor de toekomst. Zeker als we het hebben over waterlopen waarin stuwen voor 60-80 jaar worden aangelegd en de ecologie tijd nodig heeft om zich aan te passen.

In Lumbricus focussen we op de Overijsselse Vecht en de Raam in Brabant en we proberen het hele beekdal mee te nemen in de analyse. Uiteindelijk is het doel om een aantal ontwikkelpaden te creëren die naar het doel in 2050 toewerken. Er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden en zo zijn er ook meerdere paden om bij een doel uit te komen. Het voordeel van ontwikkelpaden is dat je maatregelen in de tijd ten opzichte van elkaar kunt organiseren. Zo voorkom je verkeerde of verkeerd getimede investeringen.

Samenwerking onderzoekers en waterschap

De ontwikkelpaden worden in nauwe samenwerking tussen waterschappen en onderzoekers stapje voor stapje in elkaar gesleuteld. Onze meest recente workshops waren op 3 september, waarin het stapje bestond uit het definiëren van een doel voor een half natuurlijke beek in 2050. De term ‘half-natuurlijk’ is gekozen omdat natuurlijke beken in Nederland bijna niet mogelijk zijn. Er zijn verschillende visies voor hoe een half natuurlijke beek er precies uit ziet. Hoe komen we tot een goede balans tussen gebruiksfuncties en natuur? En een balans die rekening houdt met de gevolgen van klimaatverandering? Het resultaat kan bijvoorbeeld een smalle meanderende beek met moerasoevers zijn, of een kanaal met stuwen en daaromheen ruimte voor een natuurlijke stroming in nevengeulen. Voor zowel de Vecht als de Raam hebben we door middel van een onderzoek bij stakeholders en workshops met de waterschappen dit soort vragen besproken. Daarbij houden we rekening met de effecten van klimaatverandering onder andere door middel van retentie (het vasthouden van water) en door middel van maatregelen in de haarvaten om extremen te kunnen opvangen. De droogte van de afgelopen jaren hebben ons immers een voorproefje gegeven over wat ons in de toekomst te wachten staat.

Hoe nu verder?

De volgende stap is om te kijken welke maatregelen er nodig zijn om bij het einddoel uit te komen, en hoe en wanneer deze maatregelen uitgevoerd kunnen worden. Een belangrijke maatregel die eigenlijk overal speelt is hoe om te gaan met stuwen. Moeten die vervangen worden? Of verwijderd? Of wellicht vernieuwd met innovatieve ontwerpen? Maar ook verlenging van de loop, door herstel van meanders en aanleg van nevengeulen speelt een rol en bijvoorbeeld ook het anticiperen op veranderingen in landgebruik in de toekomst. Het is nog een hele puzzel om deze paden uit te stippelen maar er vallen steeds meer stukjes op hun plaats. We willen in de zomer van volgend jaar onze resultaten presenteren en publiceren.